
Hervorming van het ziekenhuislandschap: GIBBIS stelt zijn visie voor
De hervorming van het ziekenhuislandschap is nog steeds in volle ontwikkeling. In dit kader heeft GIBBIS een strategische nota opgesteld waarin standpunten en aanbevelingen worden uiteengezet, rekening houdend met de specifieke kenmerken van Brussel. We gingen hierover in gesprek met Mathilde Coëffé, coördinatrice van de groep algemene ziekenhuizen van GIBBIS.
Waar kwam het idee voor deze strategische nota vandaan? Voor wie is ze bedoeld?
M.C.: Om toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg voor iedereen te blijven garanderen, zijn de algemene en academische ziekenhuizen in Brussel zich er wel degelijk van bewust dat een hervorming van het ziekenhuislandschap noodzakelijk is. De financiële druk neemt jaar na jaar toe, zoals blijkt uit de MAHA-studie van Belfius, er is een tekort aan medisch personeel en zorgpersoneel en er is al jaren geen bouwplan meer. Kortom, de problemen in Brussel zijn bijzonder groot. Bovendien leek het ons als ziekenhuisfederatie belangrijk om voorstellen uit te werken om te evolueren en ons aan te passen aan de nieuwe behoeften.
Als coördinatrice van de groep algemene ziekenhuizen van GIBBIS was het een genoegen om te zien hoe alle directies van onze ziekenhuizen zich wilden inzetten voor deze denkoefening. Ze vinden het allemaal belangrijk om met één stem te spreken.
We hebben deze nota doorgestuurd naar de verschillende beleidsniveaus, omdat we ervan overtuigd zijn dat een hervorming van het ziekenhuislandschap alleen kan slagen als ze wordt gedragen door alle bevoegde overheden, en zeker in Brussel. Deze hervorming wordt besproken op het niveau van de IMC Volksgezondheid. Aangezien er momenteel geen Brusselse regering is, lijkt het ons des te belangrijker om onze visie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zo breed mogelijk te verspreiden, zodat er rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van onze hoofdstad.
Wat zijn volgens GIBBIS de pijlers van een hervorming van het ziekenhuislandschap die rekening houdt met de specifieke kenmerken van Brussel?
M.C.: De ziekenhuissector verdient een grondige hervorming, zowel wat betreft het ziekenhuislandschap als de financiering ervan. Als Brusselse federatie zijn en blijven we zeer aandachtig voor het feit dat de grote lijnen van deze hervorming moeten aansluiten bij de Brusselse noden.
Volgens ons moet deze hervorming op drie grote pijlers rusten:
Ten eerste moet er worden gezorgd voor een doeltreffende samenwerking tussen de ambulante sector en de ziekenhuissector. De hervorming moet ervoor zorgen dat de patiënt op de juiste plaats wordt behandeld en dat alleen patiënten die ziekenhuiszorg nodig hebben, in het ziekenhuis worden opgenomen. De vraag naar zorg buiten de ziekenhuizen zal dus toenemen, waardoor het belangrijk is om de hervorming van het ziekenhuislandschap te koppelen aan de hervorming van de ambulante sector. Dit is belangrijk voor Brussel, dat momenteel te kampen heeft met een gebrek aan gestructureerde ambulante zorg. Bij de uitvoering van de hervorming zal het ook belangrijk zijn om rekening te houden met wat er al bestaat, want Brussel beschikt al over een kwalitatief hoogstaand zorgaanbod waarop absoluut moet worden voortgebouwd.
Ten tweede moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van de Brusselse metropool. De hervorming moet aandacht hebben voor de specifieke behoeften van patiënten die zich laten behandelen in de Brusselse ziekenhuizen. Dit zijn uiteraard Brusselse patiënten, maar evengoed ook alle patiënten die in Brussel worden behandeld maar niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen. Men mag niet vergeten dat 39% van de patiënten die in Brusselse ziekenhuizen worden behandeld, niet in Brussel wonen. Dit moet dus een aandachtspunt zijn bij de organisatie van het zorgaanbod in Brussel. Er moet ook aandacht zijn voor de specifieke kenmerken van de Brusselse bevolking: een hoge bevolkingsdichtheid, grote sociaaleconomische ongelijkheden en de multiculturaliteit zijn allemaal factoren waarmee rekening moet worden gehouden wanneer er nagedacht wordt over de ontwikkeling van het zorgaanbod in Brussel.
Ten slotte verdient ook het stedelijk architecturaal weefsel de nodige aandacht. De hervorming moet aansluiten bij het stedelijk model, met name op het vlak van infrastructuur. De herziening van het organisatorische model van het ziekenhuislandschap moet de nodige flexibiliteit bieden om geen infrastructuurveranderingen op te leggen die in ons gewest onmogelijk te realiseren zijn.
Welke garanties heeft de sector nodig om in een dergelijke hervorming te kunnen investeren?
M.C.: Het eerste element waarmee rekening moet worden gehouden voor de Brusselse ziekenhuissector is het belang van een gemeenschappelijke visie van de verschillende bevoegde deelstaten, die samen een gemeenschappelijke kalender vaststellen. Bij de timing van de hervorming moet met name rekening worden gehouden met het gebrek aan duidelijkheid over een toekomstige bouwkalender in Brussel. Het is dan ook belangrijk om de instellingen voldoende tijd te geven (gezien de bouwkalenders) om zich aan te passen aan het gewenste nieuwe ziekenhuislandschap.
Bovendien moeten de overheden ook garanties bieden zodat een dergelijke hervorming realistisch blijft voor de sector:
- Financiële stabiliteit tijdens de overgang en tijdelijke financiële steun van de federale overheid om de overgangskosten (reconversie of sluiting van bedden) te dekken;
- Een herziening van de programmatie om tegemoet te komen aan de veranderende behoeften in Brussel, rekening houdend met de vele patiënten uit andere gewesten;
- Stimulansen voor samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen in het kader van de hervorming van de financiering en een vereenvoudigd regelgevend kader;
- Ervoor zorgen dat ziekenhuizen aantrekkelijk blijven voor medisch en zorgpersoneel, gezien de trend naar meer praktijken buiten de ziekenhuizen.
In de nota stelt GIBBIS drie concepten voor. Welke zijn dat?
M.C.: Alvorens terug te komen op de drie voorgestelde concepten, lijkt het mij belangrijk eraan te herinneren dat de voorgestelde evolutie van het ziekenhuislandschap meerdere zaken mogelijk maakt: een grotere specialisatie van de ziekenhuissites, een grotere concentratie van de referentiefuncties (met een specifieke rol voor het academisch ziekenhuis met specifieke voorbehouden taken) en een grotere samenwerking tussen de ziekenhuisactoren.
De drie voorgestelde concepten zijn de volgende:
Enerzijds stellen we twee concepten voor op het niveau van de ziekenhuizen zelf:
- Acute care center (centrum voor acute zorg): dit concept omvat het klassieke ziekenhuisaanbod, met de spoedgevallen, de intensive care, maar ook de geplande en ongeplande ziekenhuisopnames. We zijn van mening dat een dergelijk centrum minstens 200 bedden moet bieden en dat alleen centra met meer dan 400 bedden zelfstandig kunnen functioneren.
- Planned care clinic (kliniek voor geplande zorg): dit concept omvat een meer gespecialiseerd ziekenhuisaanbod dat vooraf wordt georganiseerd. Voor acute zorg is er geen klassieke ziekenhuisopname en wordt de zorg overdag verleend. Er kunnen ook consultaties en ziekenhuisopnames voor revalidatie of psychiatrische behandelingen worden aangeboden. Om de veiligheid van de patiënt te garanderen, kunnen deze centra niet zelfstandig functioneren en moeten ze een formele samenwerkingsovereenkomst hebben met een groot acute care center dat bereid is om patiënten op te vangen die dringende of complexe zorg vereisen.
Deze twee concepten zijn erop gericht om het aantal acute sites in Brussel te verminderen, waarbij uiteraard wordt gezorgd voor een adequate verdeling van de dringende medische hulp.
Anderzijds willen we een nieuw concept introduceren dat de samenwerking tussen alle actoren in de gezondheidszorg, en met name tussen ziekenhuizen en de eerstelijnszorg, wil versterken, namelijk het community center. We zien dit als een groep van actoren uit de sociale en gezondheidszorgsector die dicht bij de bevolking wil staan om aan specifieke lokale behoeften te voldoen. Een community center is een herkenbare en toegankelijke toegangspoort tot hulp en zorg, verankerd in de wijk. Dit is een interessant concept voor Brussel of andere grote steden waar de realiteit en de behoeften op het gebied van gezondheidszorg vaak sterk verschillen van wijk tot wijk. Dit centrum zal onder meer een rol spelen in het beheer van niet-planbare dringende zorg van minder ernstige aard, om patiënten sneller en beter afgestemd op hun behoeften te kunnen helpen wanneer ze geen behandeling in een spoeddienst van een ziekenhuis nodig hebben. We denken er ook aan om het centrum een rol te geven op het gebied van preventie en sociale hulpverlening.
Wat verandert er uiteindelijk voor de patiënt? Welke voordelen zal die hieruit halen?
M.C.: Concreet zal deze hervorming ervoor zorgen dat elke patiënt een beter zicht krijgt op het zorgaanbod en sneller toegang krijgt tot een behandeling die zo goed mogelijk aansluit bij zijn of haar behoeften. De patiënt wordt rechtstreeks doorverwezen naar de juiste zorginstelling, zonder tijd- of middelenverlies. Zo kan de patiënt genieten van een snellere, beter gecoördineerde en kwalitatief hoogwaardige behandeling.
Ik ben ervan overtuigd dat het toekomstige community center een sleutelrol zal spelen: door bepaalde diensten dichter bij de bevolking te brengen en de samenwerking tussen professionals te vergemakkelijken, zal de toegankelijkheid en het comfort van het zorgtraject worden versterkt, als aanvulling op het ziekenhuisaanbod.
Met deze hervorming willen we het ziekenhuisaanbod herzien, in combinatie met een hervorming van de ambulante zorg, om een kwalitatief hoogstaand, (financieel) toegankelijk en efficiënter zorgaanbod voor de patiënten te behouden. Dat blijft onze slogan: het is essentieel dat de patiënt de nodige zorg kan krijgen, op de juiste plaats en op het juiste moment.
Ontdek hier onze volledige strategische nota
